← Vorige pagina

Anders kijken naar sensorische informatieverwerking voor kinderfysiotherapeuten

kosten: 1950
Vakdomein: Kinder
Accreditatiepunten: 94
Cursusvorm: Cursus

Sensorische Informatieverwerking (S.I.) is het proces van het kunnen opnemen, selecteren en integreren van informatie die via de zintuigen wordt op opgenomen en door het zenuwstelsel wordt verwerkt. Deze verwerking zorgt ervoor dat er acties gegenereerd kunnen worden die aanpassing van een kind aan de steeds veranderende fysieke, persoonlijke en intermenselijke omgeving mede mogelijk maakt. De accurate intake en verwerking van sensori-motorische informatie ligt ten grondslag aan het kunnen participeren in het dagelijks leven;: van mobiliteit tot het kunnen functioneren op school, zelfverzorging, het deelnemen aan sport/spel en hobby activiteiten en intermenselijke interacties in het sociale leven. In iedere activiteit van het dagelijks leven zijn bewegen en zintuigen met elkaar verbonden.

Onderzoek van Ahn, Miller et all (2004)toont met de Short Sensory Profile aan dat in de perceptie van ouders 13,7 % van de schoolgaande kinderen de criteria voor sensorische informatieverwerkingsproblemen haalt . Andere sudies noemen dat 5% van de totale populatie schoolgaande kinderen tussen de 4-14 jaar de criteria halen. (Ahn,R.R, Milberger S. McIntosh 2014,Little) L.M., Tomchek,S.D., Dunn,W. 2016).

Kinderen met sensorische verwerkingsproblemen laten vaker dan leeftijdsgenootjes problemen zien ten aanzien van zelfverzorging, mobiliteit en sociaal functioneren (Armstrong, 2013, Cascio, 2010, Bar-Shalita, 2008, Hochhauser, 2010). In dit proces van zintuiglijke verwerking kunnen veranderingen en problemen worden onderscheiden in het proces van registratie tot verwerking en het al dan niet adequaat kunnen reageren. Het is duidelijk dat de diversiteit hierin groot is omdat ieder kind, iedere context en ieder gezin uniek is.
Verandering in aanleg en/of functie van het zintuig kunnen een veranderde registratie en daarmee een atypische sensorische informatieverwerking als gevolg hebben met een directe impact op het intentioneel bewegen.
Ook beperkingen ten gevolge van een veranderde anatomische aanleg en/of functies in het bewegen hebben een inperking in het kunnen aanpassen aan een steeds veranderende fysieke en sensorische omgeving.
Bewegingsproblemen hebben een weerslag op de mogelijkheid om sensorische ervaringen op basis van eigen regie te ervaren en te beleven.Dit gaat vaak gepaard met een veranderde beleving maar ook frustratie en/of pijn. Hiermee wordt de ontwikkeling in brede zin belemmerd.
Kinderen met sensorische modulatieproblemen reageren sterk (hyperresponsief, juist minder of niet (hyporesponsief) op binnenkomende prikkels. Dit kan gevolgen hebben voor het bewegend functioneren en het participeren in dagelijkse activiteiten (Baranek 1999, Armstrong et all 2013, Dunn et all 2017). Het proces van informatieverwerking is voor ieder kind in ieder gezin en in iedere context specifiek. .
Het belang van een analyse van sensorische informatieverwerkingsprocessen in de veranderende ontwikkeling bij stoornissen, beperkingen, gezondheidsproblemen en de gevolgen ten aanzien van een verminderde of veranderde participatie is inmiddels in meerdere wetenschappelijke onderzoeken beschreven.

De kinderfysiotherapeut krijgt in de praktijk steeds vaker vragen rondom prikkelverwerking al dan niet in relatie tot bewegend functioneren. Deze ontwikkelingen hebben ook een wirwar aan terminologieën opgeleverd waardoor interventies als paddenstoelen uit de grond schieten. Dat maakt het er voor ouders niet duidelijker op een juiste interventiekeuze te maken en vraagt om een professionele, gefundeerde en kritische houding van de kinderfysiotherapeut.

Er is op dit moment geen wetenschappelijk aangetoonde behandelmethodiek voor kinderen met een veranderde, dan wel afwijkende zintuiglijke informatieverwerking in relatie met het bewegend functioneren. Wel is veel onderzoek gedaan naar de problemen die deze kinderen ondervinden in het dagelijks leven; dit maakt het aannemelijk dat sensorisch gerelateerde interventies kunnen werken en specifiek motori-sensorische interventies kansen bieden voor de kinderfysiotherapeutische interventies. Immers de kinderfysiotherapeut beoordeelt het bewegend functioneren vanaf de jonge leeftijd. Kennis van de normale sensorimotorische ontwikkeling en mogelijke bedreigingen in een veranderde en zelfs afwijkende ontwikkeling in het bewegend functioneren maken preventie mogelijk, beperken gevolgen van functiestoornissen, vergroten activiteiten en bevorderen participatie.
Het kunnen doen van relevant onderzoek, d.w.z. het formuleren van de juiste onderzoeksvraag, het vinden van een grote onderzoeksgroep, het beperken van de hoeveelheid behandelvariabelen en het beschrijven van de behandelmethodiek blijkt tot nu toe nauwelijks haalbaar. Relevante bewegingswetenschappelijke, neurobiologische, neuropsychologische en gedragswetenschappelijke bronnen worden in deze module door de kinderfysiotherapeut gebruikt om werkhypotheses te formuleren en te toetsten. Met behulp van evidence, best practice en last but not least klinische ervaring van experts worden keuzes gewogen en geprioriteerd. Zo kan de prikkelverwerking steeds weer al dan niet betrokken worden in het proces van klinisch redeneren en behandelen.
Het is nog steeds een misverstand dat de sensorische integratie therapie (S.I.) van Ayres dé behandelmethodiek is voor kinderen met welke vorm van prikkelverwerkingsproblemen dan ook. Reynolds et al. (2017) tonen dat er veel meer evidence based interventies mogelijk zijn in de ondersteuning van het kind met sensorische informatieverwerkingsproblemen en zijn ouders. Dat vraagt om een veelzijdiger benadering. Zo ontwikkelt het kinderfysiotherapeutisch perspectief zich; het ondersteunen in functionele activiteiten in de context vraagt om maatwerk voor kind en ouder. Het integreren van sensorische informatie verwerking in het kinderfysiotherapeutisch behandeltraject gericht op participatie is hierbij het uitgangspunt.

Deze module kent 4 leerlijnen

Deze module kent 4 leerlijnen

Kennisleerlijn:

  • De kinderfysiotherapeut:
    Breidt kennis met betrekking tot de zintuigen en het proces van zintuiglijke informatieverwerking uit en past deze toe in het proces van klinisch redeneren.
  • Definieert sensorische informatieverwerking en relateert dit aan beweeggedrag in de ruimste zin van het woord
  • Relateert problemen in de zintuiglijke registratie, verwerking en feedback relateren aan het bewegend functioneren
  • Past in het kinderfysiotherapeutisch proces kennis over syndroom gerelateerde aspecifieke sensorische verwerking toe.

Onderzoekleerlijn:
De kinderfysiotherapeut:

  • Overweegt of aanvullend sensorisch gerelateerd onderzoek geïndiceerd is
  • Kent sensorisch gerelateerde onderzoeksinstrumenten waaronder ook vragenlijsten en maakt een weloverwogen keuze in de toepassin
  •  beschrijft met behulp van bewegend beeld, klinische observaties, specifiek kinderfysiotherapeutisch- en aanvullend onderzoek en anamnestische gegevens de sensorisch gerelateerde belemmerende en ondersteunende kind-, interactie- omgevings- en materiaal/middelfactoren
  • Relateert sensorische informatieverwerkingsproblemen aan kansen en kwetsbaarheden aan het bewegend functioneren

Behandel leerlijn
De kinderfysiotherapeut:

  • Kent de mogelijkheden en beperkingen van sensorisch gerelateerde interventies op basis van het best beschikbare wetenschappelijke bewijs en klinische expertise.
  • Maakt een weloverwogen kritische keuze uit sensorische materiaalfactoren, omgevingsfactoren, interactiefactoren en stemt deze af op het sensorisch profiel van het kind om zo het bewegend functioneren te ondersteunen
  • Adviseert en informeert het kind en/of de ouders en andere beroepsprofessionals ten aanzien van de sensorische informatie verwerking in relatie tot de motorische ontwikkeling van het kind.
  • Integreert met behulp van het methodisch handelingsplan sensorische informatieverwerking in het fysiotherapeutisch handelen
  • Ondersteunt en verbetert de kwaliteit van leven door zorg te dragen voor optimale zintuiglijke- input, ervaringen en feedback.
  • Coacht en begeleidt ouders en het kind in de afstemming van sensorische kansen en kwetsbaarheden ter ondersteuning van het bewegend functioneren in functionele activiteiten

Communicatieleerlijn :
De kinderfysiotherapeut

  • Communiceert helder en transparant de stappen en overwegingen in het proces van klinisch redeneren en stelt samen met de ouders een behandelplan op
  •  Informeert de ouders en andere betrokkenen over de relatie tussen sensorische informatieverwerking en de motorische ontwikkeling, bewegen en bewogen worden.
  • Adviseert en informeert ouders, verzorgers in sensorisch gerelateerde hulpvragen

Uitgangspunten bij deze module:

  • Family-centered en strengths based benadering
  • Integreren van prikkelverwerking in de functionele activiteit
  • participatie van het kind bevorderen en zo ondersteunen dat het kind zich optimaal kan laten zien en ontwikkelen in het bewegend spelen, leren, mobiliteit, sociaal en maatschappelijk functioneren en de (zelf)verzorging en daardoor een optimale kwaliteit van leven heeft.
  • Functionele behandeltrajecten en vaardigheden die direct toepasbaar zijn in de praktij
  • Evidence based (be)handelen: De kinderfysiotherapeut gebruikt het best beschikbare bewijs uit onderzoek aangevuld met klinische expertise in het proces van klinisch redeneren.
  • De kinderfysiotherapeut werkt vanuit een methodisch handelingsplan dat aansluit bij het ICF-CY model en geïntegreerd wordt in het kinderfysiotherapeutisch handelen
  • Werkwijze:
    Docenten met ruime ervaring in het werkveld ondersteunen het leerproces met hoor- responsie- werkcolleges en praktijkopdrachten. Er wordt gebruik gemaakt van casuïstiek uitwerkingen en opdrachten waar de kinderfysiotherapeut zelfstandig en met collega’s samen aan werkt.
  • Een persoonlijke benadering waarin ruimte is gecreëerd voor intervisiemomenten en het uitwisselen van kennis en praktijkervaring tussen docenten en deelnemers en deelnemers onderling.
  • Activerend onderwijs: videoanalyses, casuïstiekopdrachten, uitwerken van een gezamenlijke eind-opdracht en presentatie , voorbereidende opdrachten en reflecterende verwerkingsopdrachten, zelfstandige literatuurreviews.
  • portfolio-opdrachten waardoor optimaal aangesloten wordt bij de individuele leervragen en het individu specifieke niveau van de deelnemers.
  • Intervisie; in een kleine groep collega’s en met begeleiding van een docent worden casuïstiek-, en competentiegerichte vragen met betrekking tot deze module besproken

Opdrachten

  • De deelnemers werken tijdens de module aan de ontwikkeling van competenties. Deze worden verzameld in een portfolio waardoor de ontwikkeling inzichtelijk wordt en een individu specifieke begeleiding wordt gegarandeerd.
  • De eindopdracht en de eindpresentatie laten het transparant maken van en het reflecteren op het kinderfysiotherapeutisch handelingsproces zien. Het proces van klinisch redeneren met behulp van een casus wordt schriftelijk en in presentatievorm uitgewerkt en aan de groep gepresenteerd.

 

Beoordelingen

Plaats een reactie