Module 1 van de leerlijn richt zich op het inventariseren, interpreteren en interveniëren bij een kind met cerebrale parese (CP). Aan bod komen: houding en bewegen in relatie tot spel, communicatie, eten en drinken, zich verplaatsen en zelfverzorging.
Doel
Aan het eind van module 1 is de cursist in staat het Wat, Hoe en Waarom (inventariseren, interpreteren en interveniëren) bij een kind met een bilaterale spastische parese in kaart te brengen. De cursist kan een probleemanalyse maken van de houding en het bewegen van het kind zoals beschreven in het domein ‘mobliliteit’ van de ICF-CY. De cursist kan de bevindingen tevens reflecteren aan het functioneren van het kind in andere domeinen zoals communicatie, zelfverzorging en leren/toepassen van kennis. De cursist kan de genomen beslissingen over diagnostiek en behandeling verantwoorden op basis van best available evidence ten aanzien van motorische ontwikkeling, motorische controle, motorisch leren en de pathofysiologie van CP.
Beoordelingen